June 01, 2018

Meten is weten… Ons Citizen Science project

Sinds we dit project presenteerden in de Algemene Vergadering van november 2017 zijn we flink opgeschoten. Er is een nieuw plan, dat veel meer is gericht op acties en verbeteringen dan op meten en weten. Daarvoor heeft de gemeente Alkmaar ons € 2000,- subsidie toegekend, met toezegging voor nog eens € 1750,- als duidelijk is wat we precies nodig hebben aan spullen. De openingsbijeenkomst, waar wordt geïnventariseerd welke teams geformeerd kunnen worden, vindt plaats op 5 juli 2018.

 

Het echte doel
Maar als meten en weten nou niet het doel is wat dan wel? Dat is het werkelijk verbeteren van de leefomgeving zoals bewoners die ervaren. Bijna iedereen die in de binnenstad woont heeft wel één of meer onderwerpen waarover zij zich zorgen maken of waardoor ze ronduit worden gekweld. Denk aan geluid, luchtkwaliteit (buiten en binnen!), trillingen van verkeer of gaswinning, straling van zendmasten enz. Maar de kwaliteit van de leefomgeving kan ook worden verslechterd door niet-technologische probleembronnen zoals vuil op straat, verkeerssituaties, excessen door bezoekers enz. Al deze onderwerpen hebben met elkaar gemeen dat ze wel zijn geregeld in wetten en regels, maar dat de handhaving (meestal door de Gemeente) weinig om het lijf heeft of zelfs überhaupt niet effectief kan zijn. Denk voor dit laatste bijv. aan geluid van zwervende bronnen (bootjes, brommers, feestgangers) of verkeershandhaving.

Een andere oorzaak van bederf van de leefomgeving is de normering zelf. Normen zijn vaak het resultaat van het tegen elkaar afstrepen van belangen, waarvan gezondheid en welzijn slechts een deel uitmaken. Denk bijvoorbeeld aan de luchtkwaliteitsnormen, die zijn ingesteld op een niveau waarop voor de meeste mensen gezonde levensjaren verloren gaan. Dit is natuurlijk niet zomaar gebeurd: belangen van bedrijven en winkels, auto-industrie, olie-industrie en landbouw wedijveren met die van gezondheid en welzijn. En mobiliteit in het algemeen is ook een belang – ook die van de getroffenen zelf al hebben die daarom doorgaans niet gevraagd.

Een ander voorbeeld is de normering van evenementengeluid. Dit hoort binnen woningen onder een niveau te blijven waarop nog zonder stemverheffing met elkaar kan worden gesproken. In Alkmaar heeft het College echter gekozen voor 5 dB extra omdat anders de luidste evenementen uit de binnenstad zouden moeten verdwijnen.

Op naar feiten
Als handhaving niet lukt of de normen te hoog staan dan zullen bewoners zelf in actie moeten komen om hun omgeving leefbaar te houden. De Gemeente zal dat doorgaans niet doen, zodat bewoners met voorstellen moeten komen. Denk bijv. aan beperkingen aan aantallen of soorten auto’s, geluidisolatie van gevels en/of inrichting van onbewoonde reservaat-locaties voor de luidste evenementen, herontwerp van compressorstations van gaswingebieden, drempels die het zware verkeer dwingen tot stapvoets rijden, elkaar aanspreken op verkeerd gebruik van afvalstortkokers enz. Al deze acties hebben één ding met elkaar gemeen: ze komen er alleen als er Feiten zijn om te laten zien dat ze nodig zijn. De Gemeente zal deze feiten meestal niet op tafel brengen omdat dit op zichzelf al geld kost, en helemaal als er actie moet worden ondernomen. Bewoners zullen die feiten dus op tafel moeten brengen. Ofwel ze nemen zelf actie op die feiten ofwel ze motiveren de Gemeente om dat te doen.

 

Nu de praktijk
Tot zo ver de strategie. Maar hoe doe je dat nou in de praktijk? Daarover gaat ons project. Dat zal een aantal zelfsturende teams in actie brengen die elk één onderwerp hebben voor een beperkt gebied, waarin de teamleden wonen. Bijv. luchtkwaliteit aan de Bierkade, geluid van horeca en evenementen aan het Waagplein, zwerfvuil bij de stortkoker bij de Eenhoornbrug, geluidsoverlast door bootjes aan een van de grachten enz. Doordat de gebieden beperkt in omvang zijn kennen de teamleden elkaar. Daardoor worden de teamgeest en de gemeenschapszin versterkt. Een team doorloopt een aantal fasen, die voor elk team ongeveer hetzelfde zijn:

  1. Onderwerp en onderzoekslocatie(s) kiezen, spelregels afspreken.
  2. Doelen bepalen; talenten van de teamleden verkennen; taken verdelen.
  3. Onderzoeksplan maken; meetmiddelen verkrijgen (een meetmiddel kan een sensor of een iPhone zijn, maar ook een blocnootje! Het gaat om het doel, niet om de middelen).
  4. Gegevens verkrijgen (meten, waarnemen, enquête,…)
  5. Resultaten ordenen, interpreteren en begrijpen.
  6. Publieke aandacht vragen. Media banderen. Veranderingen in gang zetten.
  7. Wat ging goed, wat niet. Evt. inhaalacties.
  8. Openbaar dossier maken. Beleidsvoorstellen doen en/of gedragsregels afspreken.

Die fasen zullen in de praktijk lang niet altijd scherp zijn afgebakend. Soms zal men een stap teruggaan, en bijv. stap 2 zal nooit helemaal zijn afgesloten.

 

De spelregels
De spelregels verdienen apart aandacht. De neiging kan bestaan om aan technologische expertise de meeste waarde toe te kennen. Dat is begrijpelijk omdat deze dun gezaaid is en voor een aantal onderwerpen de sleutel tot succes. Maar het is uiteindelijk een struikelblok omdat de acties waar het tenslotte om gaat helemaal niet technisch zijn. Bijvoorbeeld: om de luchtkwaliteit te kennen heb je een sensor nodig, maar om hem te verbeteren moet je zichtbaar worden in de media en een verkeersplan voorstellen. Om geluid te meten heb je een gekalibreerde smartphone nodig, maar om het draaglijk te maken wederom de media en een voorstel voor de Uitvoeringsregeling Evenementen of het handhavingssysteem voor horecavergunningen. En dan hebben we het nog niet eens over de talenten die in elk team nodig zijn om informatie te Googelen, informatie te ordenen, sociale media te gebruiken, evt. straatacties op te zetten, broodjes te smeren of – heel gewoon – het gezellig te houden. Dat alles betekent dat een team de volgende spelregels heeft:

  1. Iedereen is aan boord bij elke beslissing.
  2. Bewoners die het probleem zelf ervaren worden actief uitgenodigd om mee te doen.
  3. Alle informatie wordt vlot en volledig gedeeld.
  4. Alle deelnemers hebben evenveel waarde. Dus: meer tijd besteden betekent niet automatisch meer waardering krijgen.
  5. Alle expertise binnen het team wordt samengevoegd.
  6. Iedereen kan de resultaten begrijpen en hun waarde beoordelen.
  7. Er wordt op gemikt dat teams op den duur verder kunnen zonder begeleiding.

Die spelregels worden niet vanzelf geldig. Een team heeft een starter nodig die ze kent en in het begin erop let dat ze bekend en begrepen worden. Na verloop van tijd vertrekt de starter naar een ander beginnend team en draait het team zelfstandig verder. De starter zal wellicht nog wel eens worden geraadpleegd als adviseur.

Deze opzet maakt duidelijk dat we meteen al een aantal starters nodig hebben. Dat is iets om over na te denken want die leren hun kunstjes niet uit een boekje. Hier denken we nog over na. Een mogelijke oplossing is om hen uit te nodigen voor een informatiedag(deel) bij Waag Society in Amsterdam, die ervaring hebben met de gekozen benadering. Daarna zal wellicht een coaching periode geen slecht idee zijn. Dus: wie weet dat zij goed zijn met het ondersteunen van teams mag zich melden bij het bestuur. Let op: we bedoelen niet het aansturen van teams! We zoeken geen managers, maar inspiratoren niet met een hoog IQ maar met een hoog EQ die weten wanneer ze de vinger moeten opsteken en wanneer ze het team zelf de weg moeten laten vinden. Let weer op: de starter hoeft geen technische expertise te hebben. Die haalt het team zelf van het web, of het vindt zelf een technisch expert.